2014 juni Vervanging vlak klipper ‘t Vertrouwen


Als een deel van het plaatwerk is verdwenen, blijkt te hak te zijn volgestort met beton. Dit is vrij gebruikelijk. In het beton zit de schroefas verankerd. Zo’n verankering is nodig om trillingen tegen te gaan die speling kunnen veroorzaken.



Ook aan bakboord wordt een deel van het plaatwerk weggebrand. Als dit is verdwenen, klinkt stevig geratel over de werf. Met de pneumatische klinkhamer, die Ando heeft omgebouwd tot een soort kango, wordt het beton eruit gebroken.


Ando bekijkt hoe e.e.a. in elkaar zit voordat hij de sporen wegslijpt.


Werk moet ook wel eens worden afgewisseld. Er waren nog een paar aansluitingen in de kont, van nieuw op oud, te lassen.


De bovenkant van het gat in de hak heeft Ando gedicht met een gedeelte schroeftunnel. Deze holle plaat zorgt er mede voor dat de schroef voldoende water pakt. Lijmklemmen houden een strip plat-halfrond op zijn plaats waarna dit ter versteviging en afwerking op de rand van de tunnel wordt gelast.


De oude schroefaskoker, die nog van goede kwaliteit is, moet weer worden teruggeplaatst. Het bepalen van de positie ervan luister heel nauw. Die is afhankelijk van de plaats van de keerkoppeling en daarmee ook van de motor. Omdat de motor (voor de liefhebbers: een 6 cilinder Volvo Penta, type MD70C van 153 PK bij 2500 omw./min.) en de nieuwe keerkoppeling op elkaar moeten worden afgestemd en nog niet aan boord op hun plek kunnen staan, kan de richting van de koker nog niet worden bepaald. Daarom gaat Ando verder met de sloop van het vlak richting voorschip.


Omdat al een deel van het vlak, voorbij het waterdichte schot, is weggehaald, kan een zeldzame blik worden geworpen in het vooronder.



Normaal kijk je van bovenaf. Nu van onderaf. In de hoogte zie je de kooi aan bakboordzijde. Als we inzoomen komt er aan de bovenzijde van de kooi een tekst tevoorschijn.



En zo verdwijnt er weer een stukje schip uit 1898 richting de container.



Het warme weer vormt een prima gelegenheid om roest, slijpsel en oud vuil rond de blootgelegde sporen weg te spuiten.



Terwijl Stijn lekker met water knoeit, tekent Ando een stuk van een strip plat-halfrond af dat de rand van de tunnel aan bakboordzijde markeert. Voordat de strip erop wordt gezet, slijpt Ando de randen schoon.


De bovenkant van de schroeftunnel, gezien vanuit het achteronder. We zien dat ook deze plaat op zijn plek is gehesen met een takel aan een oog dat er tijdelijk op is gelast.


Onder de vloer van het achteronder zien we het gat waar de schroefaskoker moet doorheen komen. Stijn heeft de huidplaten goed schoongemaakt omdat de schroefas weer rondom in het beton wordt gezet. Als het beton eenmaal is gestort, kan je niet meer bij de huid komen.


Stijn gaat nog even verder met de schoonmaak en zuigt olie en losse rommel weg van de plaats waar straks de motor met koppeling moet komen te staan.


Intussen konden plaats en richting van de schroefas worden bepaald zodat de schroefaskoker kon worden gezet. Er omheen is een soort schroefasraam geconstrueerd. De onderkant wordt gevormd door een wat bredere strip met een hoogte van 30 mm. Normaal gesproken zou, voor de stevigheid, deze strip hoger moeten zijn en minder breed. Maar om de diepgang beperkt te houden is gekozen voor een strip met meer breedte. Het schroefasraam moet worden aangeheeld met plaatwerk. Het eerste stukje huidplaat zit er tegenaan. De kunst is om deze met de lijnen van het schip mee te laten lopen en tegelijk het achterschip wat eerder te laten versmallen. Dit is nodig om de toestroom van het water naar de schroef te bevorderen.


En aan bakboord weer zo’n zelfde plaat. De meervoudige kromming ervan vormt een uitdaging voor de scheepsreparateur. Bij elke plaat is het zoeken naar de juiste lijn en buiging. Ook moet rekening gehouden worden met de rek in de plaat en de uitweg van het materiaal.


Ando zet de lijnen uit voor hakplaat nr. 3. Op de achtergrond is te zien dat de middelste plaat inmiddels is aangebracht.


Ando maakt het plaatje passend door er een strook af te snijden.




Rookwolken stijgen op uit het vooronderluik. Stijn is in het vooronder gekropen om nog een deel van de oude huid los te snijden.


En zo is er weer een hap uit de klipper genomen.


Dit geeft weer mogelijkheden voor een andere kijk op het binnenste van het vooronder. Zo blijkt dat aan de onderkant van het restant van de kooi aan stuurboord, delen van een oude lenspomp worden bewaard.



Het schip wordt nu echt bij kop en kont gepakt want Ando is juist bezig in het achteronder. De lassen in het achterschip moeten zowel aan de binnen en de buitenkant extra stevig worden gemaakt omdat daar nogal wat krachten op komen te staan door de werking van de schroef.


En zo ziet het er aan de buitenkant uit. De nieuwe gangen in het schroefasraam sluiten mooi aan op de oude. De welving loopt vloeiend ondanks het feit dat het schip in feite plaatselijk is ingekort en de versmalling eerder moest worden ingezet.



En soms heb je zomaar een stilleven.



Er hangt een vreemd soort franje onder aan het schip, net voor de hak. Het lijkt wat op de baard van een mossel. De scheepshuid maakt daar een bijzonder scherpe knik en was afgedekt met een dunne ijzeren plaat, een zogenaamde sloof. Nadat Ando deze plaat eraf heeft gehaald, wordt duidelijk dat dit een problematische plek was waar waarschijnlijk ook de bouwer zich over achter de oren heeft gekrabd. Het schip is daar zo scherp dat de huidplaat daar is gaan scheuren. De enige remedie toentertijd, om dit waterdicht te krijgen, was dit gedeelte dicht te stoppen met haren of vezels en een lap teerpapier o.i.d., afgesmeerd met pek. Het afdekplaatje dat er tegenaan was geklonken, was zo dun dat dit wel tot een scherpe hoek was om te buigen zonder dat het ging scheuren.



Nadat alle franje e.d. is weggehaald en de plek schoongemaakt, is zowel aan de buiten- als de binnenkant te zien hoe groot de scheur is. Zo vlak voor de hak, is dit ook nog eens een kwetsbare plek. Elke keer als het schip op het droge staat, rust het achterschip juist hierop. Dit moet anders.


Ando maakt een nieuwe sloof. Het tegenwoordige staal kan gelukkig veel beter worden gebogen. De uitsparing die richting het achterschip komt, is nodig om ruimte vrij te houden voor een extra versteviging.


Intussen werkt Stijn verder aan het voorschip. Hij zet vast de lijnen uit voor een nieuwe huidplaat.




Nadat Ando de roestig gerafelde randen van het gat heeft weggeslepen, komt er weer iets bijzonders tevoorschijn. Met het slijpen is hij dwars door de klinknagels gegaan, zowel aan bak- als aan stuurboord. Dit levert een unieke plaatjes op.



Helaas is dat van korte duur want de nieuwe sloof wordt er al weer tegenaan geplaatst. De mannen zetten dit schrap zodat de sloof kan worden vastgelast.


Te zien is dat Ando voor de versteviging een brede staaf heeft aangebracht. Het sluit aan op de onderkant van de hak en het schroefraam en is te vergelijken met een kiel. Daar is in dit geval een deel van de sloof, bij de uitsparing, tegenaan is gezet. En zo is er weer een probleem opgelost.



Het is bijna eind juni en tijd voor een overzichtsfoto. Stilstaan is er niet bij. Rechts op de foto staan de mannen alweer bij de drukpers. Het is al weer tijd voor een nieuwe plaat, nu voor het voorschip. Het is de tweede want de eerste zit er al weer tegenaan.